Onder ongewenst gedrag verstaan we sociale interacties waarin een werknemer doelwit is van negatief sociaal gedrag. Dit negatieve gedrag kan van persoonlijke aard (bijv. roddelen) of werkgerelateerde aard (bijv. het achterhouden van informatie) zijn, of kan verwijzen naar sociale isolatie. Het gaat om een escalerend proces waarin het doelwit in een machteloze positie belandt en zich steeds moeilijker kan verdedigen (Einarsen, Hoel, Zapf, & Cooper, 2011).
Marijke van Sluisveld, directeur bij Realise (onderdeel van Schouten & Nelissen, stelt dat goed voorbeeldgedrag onmisbaar is. ‘Uiteindelijk is het altijd leiderschap dat cultuur bepaalt’, legt ze uit. ‘Geef als manager in ieder het goede voorbeeld van gewenst gedrag. Creëer openheid en stimuleer medewerkers hun eigenheid, talenten en kwaliteiten in te zetten’.
Een op de vijf medewerkers krijg te maken met ongewenst gedrag. Van deze slachtoffers presteert ruim de helft (52%) minder goed door stress. Dit kost de samenleving 2 tot 4 miljard per jaar. Dit komt bijvoorbeeld door:
Wist je dat in de Arbowet is vastgelegd dat werkgevers verplicht zijn om ongewenste omgangsvormen en hoge werkdruk te voorkomen? Als werkomstandigheden (zoals de psychische druk en de omgang met anderen) niet goed zijn, kan er werkstress ontstaan. Dit wordt ook wel psychosociale arbeidsbelasting (PSA) genoemd. Als deze structureel en langdurig te hoog is, kan dit leiden tot stressgerelateerde klachten. In het ernstigste geval kunnen dit leiden tot een burn-out.
Om dit te voorkomen, moet je volgens de Arbowet actief proberen te voorkomen dat medewerkers te maken krijgen met pesterijen, agressie en geweld, discriminatie of seksuele intimidatie. Daarnaast moet je een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) opstellen. Dit is een document waar je de risico’s op dit gebied in kaart brengt, inclusief maatregelen en de effecten daarvan.
Goed om te weten: medewerkers zijn zelf ook medeverantwoordelijk voor hun eigen sociale veiligheid en die van hun collega’s.
Ongewenst gedrag is geen persoonsgebonden kwestie, het vindt niet plaats in een ‘sociaal vacuüm’. Factoren in de werkcontext spelen hier een belangrijke rol in, ze creëren namelijk een voedingsbodem voor ongewenst gedrag. Voorbeelden zijn:
Voor werkgevers is het essentieel om inzicht te krijgen in factoren die leiden tot ongewenst gedrag en werkstress. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van een medewerkersonderzoek waar je medewerkers anoniem hun verhaal kunnen doen. Een andere mogelijkheid is de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie Psychosociale Arbeidsbelasting (RI&E PSA).
Een belangrijk onderdeel van sociale veiligheid is het feit dat iedereen zich veilig voelt binnen je organisatie, ongeacht achtergrond of identiteit ‘Ons brein is zo geconditioneerd dat we vertrouwen wat we kennen. We zijn vaak geneigd om te trekken naar mensen die zich net zo gedragen als wij, en dezelfde waardes hebben. Dat kan ervoor zorgen dat mensen zich buitengesloten of zelfs gediscrimineerd voelen, zonder dat dit de bedoeling was’, legt Marijke uit.
Ze benadrukt dat het essentieel is om met elkaar in gesprek te blijven. ‘We leggen bij Realise bijvoorbeeld de nadruk op nieuwsgierigheid en vragen stellen. Die open blik helpt om elkaar beter te begrijpen.’
Uit onderzoek door Realise blijkt dat één op de vijf medewerkers ongewenst gedrag op de werkvloer heeft ervaren. In maar liefst 70% van de gevallen gaat het om pesten of intimidatie. Iedere organisatie heeft last van andere factoren die tot werkstress of ongewenst gedrag kunnen leiden. Daarom is er ook geen standaardaanpak voor de aanpak daarvan. ‘Daarom is het beter om de aandacht te richten op het samen werken aan een positieve en veilige werkomgeving voor iedereen. Dan vermindert de kans op ongewenst gedrag aanzienlijk.’
Het is in ieder geval belangrijk om te zorgen voor sterk beleid en procedures, opvang en begeleiding. ‘Weten je medewerkers hoe ze ongewenst gedrag kunnen melden, en worden ze adequaat geholpen? Het is ook belangrijk dat je professionals hebt binnen je organisatie die zowel slachtoffer als dader kunnen ondersteunen’, legt Van Sluisveld uit. ‘Ook investeren in de soft skills van medewerkers helpt, zodat je gewenst gedrag kunt bevorderen. Denk hierbij aan vaardigheden als nieuwsgierigheid, grenzen aangeven, veranderbereidheid en houding ten opzichte van inclusie.’